De rood- wit- en blauwe wandelroutes maken mij wegwijs
door het gebied de Moeren. De eerste aftasting vindt plaats in een continue
neveling. Het eerste wat me opvalt zijn de bomen, de bomen zijn anders dan
hetgeen waar ik ben opgegroeid. De oorspronkelijke kracht van de bomen is hier
aanwezig. Ze zijn groter en wijzer dan waar ik vandaan kom. Normaal gesproken
houd ik meer van de winter, kale bomen in het weidse landschap. Maar de
stokoude bomen zijn nu nog groter door de gebladerte en stellen me gerust. Het
bladerdek van de robuuste beuk en kastanjebomen bieden beschutting tegen de
regen. Met soms een windvlaag valt het verzamelde water ritmisch als dikke
druppels op de zachte ondergrond. De humusrijke ondergrond veert ligt mee met
mijn voetstappen. Wat een rijke omgeving. Zelfs de den waar ik minder mee heb
komt door de overwoekerende varens beter uit de verf.